Slide 1

Slide 1 text

Gelijke kansen in een gesegregeerd onderwijssysteem ? Ides Nicaise (KU Leuven: HIVA & PPW) Zes uren voor de Democratische School 16/11/2019

Slide 2

Slide 2 text

Trends in ongelijkheid: cognitieve uitkomsten

Slide 3

Slide 3 text

Trends in de ongelijkheid: niet-cognitieve uitkomsten

Slide 4

Slide 4 text

Trends in de ongelijkheid: studie-oriëntering Verdeling over onderwijsvormen, 2003 en 2015, naar deciel Aandeel leerlingen naar onderwijsvorm 0 25 50 75 100 D1 D5 D10 3,7 1,12 20,68 15,14 49,35 59,4 16,01 10,65 40,61 44,63 33,47 30,35 80,29 88,23 38,71 40,23 17,18 10,25 ASO TSO/KSO BSO

Slide 5

Slide 5 text

Trends in segregatie

Slide 6

Slide 6 text

Ongelijke onderwijsuitkomsten en segregatie

Slide 7

Slide 7 text

Segregatie en ongelijke uitkomsten Waarom versterkt segregatie de ongelijke kansen ? • Leerlingniveau: o Cognitief: peer group effecten o Psychologisch (demotie) o Sociaal: leerklimaat • Leerkracht-niveau: o Matteüseffecten o Verwachtingseffecten • Schoolniveau: o Polarisatie door quasi-marktwerking o Collectief sociaal kapitaal • Systeemniveau: o Verschillende curricula Sociale ongelijkheid Ongelijke kansen op school Ongelijke prestaties Academische segregatie Sociale segregatie

Slide 8

Slide 8 text

Waarom blijft segregatie bestaan? De meritocratische ideologie van ons onderwijs 3 bronnen van ongelijkheid • Aangeboren ‘talenten’ => moeten maximaal benut worden • Inspanning => moet aangemoedigd worden • Omstandigheden (o.a. sociale herkomst) => moeten gecompenseerd worden Twee eerste vormen van ongelijkheid worden als wenselijk ervaren => gecultiveerd Derde vorm van ongelijkheid wordt tegengegaan Maar: ongelijke ‘talenten’ zijn ook sociaal bepaald => reproductie van sociale ongelijkheid blijft duren

Slide 9

Slide 9 text

Instrumenten van meritocratisch beleid Maximiseer ‘gewenste’ ongelijkheden (gebaseerd op ‘verdienste’ (= talent + inspanning) • Competitie tussen leerlingen / scholen o Vrije schoolkeuze o Vergelijkende prestatiemetingen o Financiering op basis van prestaties • Systematische selectie o Gesegregeerd onderwijs voor minder getalenteerden o Vroege detectie van talenten (toetsen) o Voortschrijdende selectie (tracking) Minimiseer ‘ongewenste’ ongelijkheden (als gevolg van omstandigheden) • Kostenloos onderwijs + financiële ondersteuning lln / studenten volgens inkomen en verdiensten • leerplicht • Taalbaden voor migranten

Slide 10

Slide 10 text

Vier mechanismen van academische segregatie in Vlaanderen • Schoolkeuze (quasi-marktwerking in onderwijs) • Buitengewoon onderwijs • Zittenblijven • Waterval in secundair onderwijs

Slide 11

Slide 11 text

Quasi-marktwerking, segregatie en ongelijke uitkomsten • Vrije schoolkeuze en vrijheid van onderwijs => concurrentie tussen lln / ouders voor de beste scholen => concurrentie tussen scholen voor de beste leerlingen • Sterke scholen romen de markt af ⬄ zwakkere scholen kunnen niet selecteren => polarisatie naar sociale herkomst => opwaartse spiraal voor sterke scholen / neerwaartse spiraal voor zwakkere scholen => sociale ongelijkheid in uitkomsten wordt uitvergroot

Slide 12

Slide 12 text

Buitengewoon onderwijs, segregatie en ongelijke uitkomsten • België / Vlaanderen behoren tot koplopers qua omvang van buitengewoon onderwijs • Grijze zones tussen ‘functiebeperking’ en ‘sociale beperking’: types 1-3-(8) => in buitengewoon onderwijs zijn 54% van de leerlingen GOK-indicatorleerlingen (type 1: 80%; type 3: 68%) • Voor heel wat leerlingen is (gesegregeerd) buitengewoon onderwijs contra- productief (Vanlaar e.a. 2012)

Slide 13

Slide 13 text

Zittenblijven, segregatie en ongelijke uitkomsten Feiten: • OESO-gemiddelde tussen 6-15 jaar: 16% ⬄ Vlaanderen 28,9% • Armste deciel 45% ⬄ rijkste deciel 9% Oorzaken van ongelijkheid in zittenblijven: • Ongelijke kansen • Discriminatie in attestering (Unia 2018) Gevolgen: • Verslechtering prestaties op lange termijn (Lamote 2013; Vandecandelaere e.a. 2016) • Vroegtijdig schoolverlaten (De Witte e.a. 2013)

Slide 14

Slide 14 text

Waterval in secundair onderwijs Bron: Dockx (2019, op basis van LOSO) (=30%) (=41%) (=47%) Einde Start Klassieke talen Moderne talen TSO BSO (=30%) (=41%) (=47%)

Slide 15

Slide 15 text

Gevolgen van waterval Argumenten voorstanders • Kwaliteit primeert ⇒ sterke lln kunnen excelleren ⇒ minder falen en ontmoediging ⇒ hogere gemiddelde prestaties • Betere aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt Bevindingen van onderzoek • Premature oriëntering => fouten => meer ontmoediging • Collectieve frustratie in TSO/BSO => schoolmoeheid => onderprestatie • Ongelijke waardering onderwijsvormen => tekort aan STEM-gediplomeerden • Negatieve attitudes t.o.v. Levenslang leren => kwetsbaarheid BSO-afgestudeerden • Zwakkere democratische attitudes • VERSTERKTE SEGREGATIE / ONGELIJKHEID

Slide 16

Slide 16 text

Beleidsimplicaties 1. Quasi-marktwerking tegengaan • Conflict vrijheid – gelijkheid in inschrijvingsbeleid: overheidstussenkomst nodig • Diversiteitsconsulenten / samenwerking met middenveld in wervingsbeleid • Regulering uitstroom (witte vlucht / uitsluitingen) • Praktijktoetsen discriminatie • Centrale examens i.f.v. gelijke kwaliteit scholen • Versterking GOK-ondersteuningsbeleid 2. Inclusief onderwijs versterken • Volhouden en versterken (meer ondersteuning, meer middelen) • Discriminatie op basis van taal en sociale herkomst toetsen

Slide 17

Slide 17 text

Beleidsimplicaties (vervolg) 3. Zittenblijven voorkomen • Meer differentiatie en leerlingbegeleiding • Herziening attesteringsbeleid: B- en C- attesten vervangen door menu van alternatieven (vakantiewerk, taalbad, herexamens, modularisering, remediëring tijdens schooljaar...) • Financiële prikkels voor scholen ? 4. Verdere hervorming SO • Wegwerken niveauverschillen tussen onderwijsvormen o Opwaardering TSO / BSO (d.m.v. eindtermen, duaal leren...) o Meer praktische vakken in ASO (STEM) • Versterking individuele differentiatie-uren doorheen het ganse curriculum • Bevorderen ‘zalm-model’ • Bevorderen domeinscholen / beperken unilaterale scholen