uit de pleuraholte § Voorkomen dat lucht (en vocht) terug kan gaan naar de pleuraholte § Herstel van de (negatieve) druk in de pleuraholte zodat de long weer kan ontplooien
(“niet koken”) § Water kan verdampen, bijvullen tot gewenste zuigkracht (zie therapie opdracht) met gewoon water § Elke dag pleuravocht productie bijhouden (gelijk met dagelijkse bloeddrukmetingen) en noteren!
opvangbak = arts zo spoedig mogelijk raadplegen! § Draininsteekopening elke dag verschonen en wond controleren op infectie en luchtlekkage (mag beiden niet gebeuren!) § Zorg dat drainslang goed aan het kraantje bevestigd blijft! Gebruik b.v. Leukosilk § Nooit circulair afplakken!
o Twee vooraf ingeknipte (T) steriele gazen op de draininsteekopening plaatsen o Alleen steriele vaseline gebruiken op indicatie o Verbandrolletje onder de drain plaatsen bij de insteekopening (voorkomt knikken) o Twee gazen op het begingedeelte van de drain en een gaas onder het kraantje (drukplekken!) plaatsen o Daaroverheen in de lengterichting van de drain (dus niet dwars!) “Hypafix” of wat er op lijkt plakken, tot net voorbij het kraantje, om zwabberen van de drain te voorkomen