Upgrade to Pro — share decks privately, control downloads, hide ads and more …

Vragen NiB

leonie
November 09, 2017
230

Vragen NiB

leonie

November 09, 2017
Tweet

Transcript

  1. Vraag 1. Mevr. De Groot, 55 jaar, wordt opgenomen op

    de SEH met exacerbatie COPD. Bloedgas is als volgt: Mevrouw is benauwd, zegt het niet meer vol te houden zo. Mevrouw heeft een volledig beleid. Wat zou je voor beleid inzetten bij deze mevrouw? A. Intuberen door intensivist en mevrouw overplaatsen naar Intensive Care B. Meenemen naar C1 voor niet invasieve beademing. C. Alleen protocol COPD, niet-invasieve beademing nog niet nodig. pH: 7,29 pCO2 7,4 kPa HCO-3 30 mmol/l PO2 8,2 kPa SaO2 89 %
  2. Mevr. De Groot, 55 jaar, wordt opgenomen op de SEH

    met exacerbatie COPD. Bloedgas is als volgt: Mevrouw is benauwd, zegt het niet meer vol te houden zo. Mevrouw heeft een volledig beleid. Wat zou je voor beleid inzetten bij deze mevrouw? A. Intuberen door intensivist en mevrouw overplaatsen naar Intensive Care B. Meenemen naar C1 voor niet invasieve beademing. C. Alleen protocol COPD, niet-invasieve beademing nog niet nodig. pH: 7,29 pCO2 7,4 kPa HCO-3 30 mmol/l PO2 8,2 kPa SaO2 89 % ANTWOORD VRAAG 1 Protocollair moet een patiënt met deze bloedgas aan de NIV. De pH is te laag, het CO2 is verhoogd. Intuberen is nog geen optie, doen we ook liever niet bij exacerbatie COPD. En de bloedgas is daar nog ‘te goed’ voor.
  3. Vraag 2. Mevrouw wordt opgenomen op de longafdeling en gaat

    aan de niet-invasieve beademing. Je begint met de volgende instellingen volgens protocol: • IPAP 10 cmH2 O • EPAP 4 cmH2 O Hoeveel ondersteuning krijgt deze mevrouw tijdens een inademing? A. 4 cm H2 O B. 6 cm H2 O C.10 cm H2 O
  4. Mevrouw wordt opgenomen op de longafdeling en gaat aan de

    niet-invasieve beademing. Je begint met de volgende instellingen volgens protocol: • IPAP 10 cmH2 O • EPAP 4 cmH2 O Hoeveel ondersteuning krijgt deze mevrouw tijdens een inademing? A. 4 cm H2 O B. 6 cm H2 O C.10 cm H2 O Zoals je in het plaatje hierboven ziet, is de IPAP het totaal aan druk tijdens de inademing, en de EPAP is de onderdruk die achterblijft tijdens de uitademing. Dus je geeft als extra ondersteuning tijdens de inademing het verschil daartussen: 10 – 6 = 4. ANTWOORD VRAAG 2
  5. Vraag 3. Je wilt het zo comfortabel mogelijk maken voor

    mevrouw. Mevrouw is benauwd, je wilt haar zo snel mogelijk helpen. Hoe kun je het aansluiten van de NIB voor mevrouw zo comfortabel mogelijk maken? Meerdere antwoorden mogelijk. A. Zorg voor een goed passend masker, voorkomt lekkage. B. De tijd nemen voor uitleg en begeleiding. C. Tegen de patiënt vertellen dat benauwdheid direct zal afnemen. D. Begin met lage instellingen, zodat patiënt aan de druk kan wennen.
  6. ANTWOORD VRAAG 3 Je wilt het zo comfortabel mogelijk maken

    voor mevrouw. Mevrouw is benauwd, je wilt haar zo snel mogelijk helpen. Hoe kun je het aansluiten van de NIB voor mevrouw zo comfortabel mogelijk maken? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. A. Zorg voor een goed passend masker, voorkomt lekkage. B. De tijd nemen voor uitleg en begeleiding. C. Tegen de patiënt vertellen dat benauwdheid direct zal afnemen. D. Begin met lage instellingen, zodat patiënt aan de druk kan wennen. Goede en rustige begeleiding en comfort voor de patiënt is het meest belangrijk, daar passen a, b en d goed bij. Vertellen dat benauwdheid direct zal afnemen is niet goed, het kan zijn dat het de eerste minuten juist benauwder is.
  7. VRAAG 4. Mevrouw accepteert het masker goed, je hebt weinig

    lekkage en je besluit haar het eerste uur goed te observeren. Welke waarde zal het meest aangeven of de behandeling voldoende aanslaat? A. Bloeddruk B. Temperatuur C. Saturatie D. Ademhalingsfrequentie
  8. ANTWOORD VRAAG 4 Mevrouw accepteert het masker goed, je hebt

    weinig lekkage en je besluit haar het eerste uur goed te observeren. Welke waarde zal het meest aangeven of de behandeling voldoende aanslaat? A. Bloeddruk B. Temperatuur C. Saturatie D. Ademhalingsfrequentie Wanneer NIV aanslaat, zal de patiënt grotere teugen maken en daardoor makkelijker het CO2 kwijtraken/afblazen en daarom rustiger gaan ademen. Patiënt zal zich dan ook beter voelen.
  9. Vraag 5. Na 2 uur wordt er door het laboratorium

    een capillaire bloedgas geprikt. Je hebt deze bloedgas aangevraagd na overleg met de dokter omdat je mevrouw nog steeds tachypneu en dyspnoisch vindt. Wat is dit? A. Respiratoire acidose, niet gecompenseerd. B. Respiratoire acidose, metabool gecompenseerd. pH 7,32 pCO2 6,8 HCO- 3 29 mmol/l PO2 8,2 kPa SaO2 89%
  10. ANTWOORD VRAAG 5 Na 2 uur wordt er door het

    laboratorium een capillaire bloedgas geprikt. Je hebt deze bloedgas aangevraagd na overleg met de dokter, omdat je mevrouw nog steeds tachypneu en dyspnoisch vindt. Wat is dit? A. Respiratoire acidose, niet gecompenseerd. B. Respiratoire acidose, metabool gecompenseerd. pH 7,32 pCO2 6,8 HCO- 3 29 mmol/l PO2 8,2 kPa SaO2 89% Het CO2 is verhoogd, daardoor is de pH verlaagd. Als het bicarbonaat omhoog gaat, is het lichaam aan het compenseren, pH zou dan ook normaliseren. Dat zie je hier nog niet. De respiratoire acidose is dus nog niet gecompenseerd.
  11. Vraag 6. Wat zou je doen om er voor te

    zorgen dat de situatie van mevrouw verbeterd? A. EPAP ophogen B. EPAP verlagen C. IPAP ophogen D. IPAP verlagen
  12. ANTWOORD VRAAG 6 Wat zou je doen om er voor

    te zorgen dat de situatie van mevrouw verbeterd? A. EPAP ophogen B. EPAP verlagen C. IPAP ophogen D. IPAP verlagen Patiënt blaast nog onvoldoende CO2 af, dus zij moet meer ventileren om meer CO2 kwijt te raken. Door IPAP op te hogen, worden de teugen groter.
  13. Vraag 7. Je hebt de volgende instellingen: • IPAP 12

    cmH2 O • EPAP 4 cmH2 O De longarts zegt dat je de EPAP moet ophogen met 2 cmH2 O. Wat doe je met de EPAP? A. Extra ondersteuning tijdens de inademing. B. Ventileren, het CO2 afblazen dus. C. De longblaasjes open zetten, ook tijdens de expiratie.
  14. ANTWOORD VRAAG 7 Je hebt de volgende instellingen: • IPAP

    12 cmH2 O • EPAP 4 cmH2 O De longarts zegt dat je de EPAP moet ophogen met 2 cmH2 O. Wat doe je met de EPAP? A. Extra ondersteuning tijdens de inademing. B. Ventileren, het CO2 afblazen dus. C. De longblaasjes open zetten, ook tijdens de expiratie. Door de EPAP blijven de longblaasjes open, óók tijdens de uitademing. En dat is belangrijk om de opname van zuurstof zo optimaal mogelijk te houden.
  15. Vraag 8. De instellingen van vraag 7 worden dus met

    2 cmH2 O verhoogd. De instellingen waren: • IPAP 12 cmH2 O • EPAP 4 cmH2 O Hoe worden de uiteindelijke instellingen na wijziging? A. IPAP 14 cm H2 O, EPAP 6 cm H2 O B. IPAP 12 cm H2 O, EPAP 6 cm H2 O
  16. ANTWOORD VRAAG 8 De instellingen van vraag 7 worden dus

    met 2 cmH2 O verhoogd. De instellingen waren: • IPAP 12 cmH2 O • EPAP 4 cmH2 O Hoe worden de uiteindelijke instellingen na wijziging? A. IPAP 14 cm H2 O, EPAP 6 cm H2 O B. IPAP 12 cm H2 O, EPAP 6 cm H2 O Omdat je de EPAP ophoogt, moet je ook de IPAP weer ophogen om het verschil, dus de ondersteuning, gelijk te houden.
  17. Vraag 9. Je hebt het allemaal aardig op orde. Instellingen

    zijn als volgt: • IPAP 14 cmH2 O • EPAP 6 cmH2 O Teugen zijn rond de 400 ml. Wat vind je van deze teugen? A. Lastig te beoordelen, ik weet niet hoe groot mevrouw is. B. Te klein C. Te groot
  18. ANTWOORD VRAAG 9 Je hebt het allemaal aardig op orde.

    Instellingen zijn als volgt: • IPAP 14 cmH2 O • EPAP 6 cmH2 O Teugen zijn rond de 400 ml. Wat vind je van deze teugen? A. Lastig te beoordelen, ik weet niet hoe groot mevrouw is. B. Te klein C. Te groot Teugen moeten variëren tussen de 400 en 600 ml. Kleine dame ongeveer 400 ml, grote man ongeveer 600 ml. Hangt af van hoe groot patiënt is. In dit geval dus moeilijk te beoordelen. We weten te weinig van deze mevrouw.
  19. Vraag 10. Het gaat na een aantal uur goed met

    mevrouw, benauwdheid is afgenomen. Over de nacht wordt mevrouw nog aan de NIB gelegd en ‘s morgens denk je dat het misschien wel af kan. Wat vind je belangrijke observaties bij het afbouwen van NIB? A. Ademhalingsfrequentie, bloedgas (pH en CO2 ). B. Bloeddruk en pols. C. Bloedgas (pH en CO2) en bloeddruk. D. Bloedgas (pH en CO2) en saturatie.
  20. ANTWOORD VRAAG 10 Het gaat na een aantal uur goed

    met mevrouw, benauwdheid is afgenomen. Over de nacht wordt mevrouw nog aan de NIB gelegd en ‘s morgens denk je dat het misschien wel af kan. Wat vind je belangrijke observaties bij het afbouwen van NIB? A. Ademhalingsfrequentie, bloedgas (pH en CO2 ). B. Bloeddruk en pols. C. Bloedgas (pH en CO2) en bloeddruk. D. Bloedgas (pH en CO2) en saturatie. Bij het afbouwen kijk je naar ademhalingsfrequentie en het CO2. Als die beide dalen, gaat het goed. Bloeddruk en pols bijv. is afhankelijk van veel meer factoren. Saturatie is geen goede parameter om te kijken of NIV kan worden afgebouwd.