+31651144862
[email protected] De Mannen in Zwart vestigden de aandacht op de situatie in de entertainment door Albert Verlinde een “zwarte hamburger” aan te bieden, zwart verwees naar de kleding van alle medewerkers op en rond het podium, zwart om niet op te vallen, de hamburger verwees als snelle hap naar de snelheid waarmee een show, concert of voorstelling wordt opgebouwd, gespeeld en weer afgebroken, alles op één dag. Vanuit de entertainment kwamen wel geluiden en initiatieven om de aandacht te vestigen zoals haren knippen in de theaters, het zette geen zoden aan de dijk, nog werden de acties gecontinueerd. Misschien zijn we als branche ook te verdeeld versplinterd, muziek, jazz, klassiek, pop, theater, toneel, dans, ballet, hiphop etc.? In februari 2022 gingen we weer “open” een inhaalslag begon, al snel bleek dat ook in de entertainment de personeelstekorten nijpend waren. Veel was en is er te doen over allerlei beroepsgroepen, zorg, techniek, onderwijs. Alleen vanuit de entertainment is het weer stil, “drukke festivalmaand, de branche gaat het toch redden” stond er in een krant. “The show must go on” is het motto de branche slaagt er wel in om alle shows, concerten, evenementen, voorstellingen door te laten gaan. Hierin onderscheiden we ons ten opzichte van andere branches. Hieruit blijkt ook het belang van de Mannen en Vrouwen in Zwart, Armin van Buuren: “zonder deze jongens was ik allang gestopt”, Maarten Heijmans, “ze zijn een soort tovenaars”, Ben Liebrand: “ze zijn de ninja’s van de uitgaansindustrie”. Zo zien we dat artiesten het belang van onze branche ook inzien. Maar wat kunnen we dan doen aan het personeelstekort? Daar heb ik geen pasklaar antwoord op, laten we eens een aantal vragen deponeren die we als uitgangspunt zouden kunnen nemen: Zijn er straks nog wel voldoende Mannen en Vrouwen in Zwart om álle evenementen, shows, voorstellingen en concerten te faciliteren? Of blijven dan alleen een paar grote festivals over? Hoe brengen we de passie die de huidige generatie heeft voor hun vak over op de toekomstige generatie? Hoe bereiken we die generatie dan? Maar ook welke eisen stellen we aan hun, is het reëel om te verlangen dat ze op het zelfde niveau beginnen als de huidige generatie nu is? Een veelgehoorde “klacht” is “ze kunnen niks…” Hoe kunnen we tijd (vrij)maken om hun in de praktijk de fijne kneepjes van het vak bij te brengen. moeten ze meteen volwaardig meedraaien om het personeelstekort aan te vullen?