Upgrade to Pro — share decks privately, control downloads, hide ads and more …

Processing intro course - les 3 : Variabelen en condities

Processing intro course - les 3 : Variabelen en condities

Tom Luyten

May 01, 2013
Tweet

More Decks by Tom Luyten

Other Decks in Education

Transcript

  1. Multimedia technologie Les 3: variabelen en condities(1) Gebaseerd op het

    boek “Learning Processing” door Daniel Schiffman En de PowerPoint van Donald W. Smith
  2. Boek: LESSON 2: Everything you need to know Variabelen (p.

    45 à 58) •  Wat is een variabele? •  Declaratie en initialisatie •  Variabelen gebruiken •  random(); Condities (1) (p.59 à 66) •  Boolean •  if, else, else if •  Condities gebruiken Les 3 : Variabelen en condities
  3. Wat is een variabele? •  Een variabele is een naam

    die verwijst naar een locatie in het geheugen van de computer •  Ze laten ons toe informatie op te slaan en later weer op te roepen •  Variabelen kunnen informatie opslaan zoals kleur, grootte, locatie,… Variabelen
  4. Wat is een variabele? •  Beeld je een variabele in

    als een doos. •  Er zijn verschillende soorten dozen, waar verschillende inhouden inpassen (bv. Tupperware voor voedsel, kartonnen doos voor papier,…) •  Op de doos plak je een label met een naam om deze later terug te vinden. Variabelen
  5. Wat is een variabele? De inhoud van zo’n doos blijft

    niet hetzelfde, het hele punt van een variabele is natuurlijk dat deze kan variëren Tom’s score Billy’s score 10 5 20 15 30 30 Variabelen
  6. Beeld je even het spelletje PONG in. Welke variabelen zou

    je daar nodig hebben om dit spel te programmeren? Variabelen
  7. Declaratie •  Je declareert een variabele door eerst het type

    aan te geven, gevolgd door een naam •  (je zegt dus wat voor soort doos (één voor gehele getallen) en geeft aan welke naam ze krijgt (bv. Tom)) •  De naam moet 1 woord zijn, zonder spaties, en moet beginnen met een letter Variabelen
  8. Toekennen van namen •  Kies steeds een naam met betekenis

    •  Let op dat de naam geen systeemvariabele is, deze zijn gereserveerd (draw, setup,…) (deze krijgen doorgaans een blauwe kleur) •  Begin je naam met kleine letter, geef elk nieuw woord een hoofdletter: nieuweVariabele Variabelen
  9. Alle primitieve typen variabelen •  boolean true of false • 

    char een karakter, ‘a’, ‘b’, … •  byte een klein getal (van -128 tot 127) •  short een groter getal (van -32768 tot 32767) •  int een groot getal (van -2147483648 tot 2147483647) •  long een gigantisch getal •  float een decimaal getal, 3,5742 •  double een decimaal getal met veel plaatsen achter de komma Variabelen 3 zeer belangrijk: boolean, float, int
  10. Initiatie Eens een variabele is gedeclareerd, kunnen we hem initialiseren

    (= er een waarde aan toekennen) int count; = een doos voor gehele getallen, met de naam “count” count = 50; = stop de waarde 50 in de doos “count” of int count = 50; Variabelen
  11. Met variabelen Resultaat is nu identiek, maar al wel een

    stuk beter leesbaar. denk eraan dat een variabele kan variëren! Voorbeeld
  12. Vertaal het vorige voorbeeld zo dat in plaats van dat

    de cirkel van links naar rechts beweegt, dat hij in grootte toeneemt. ( max. 10 min ) Opdracht
  13. Deze namen vermijd je best in het declareren van je

    eigen variabelen omdat ze zijn gereserveerd. width geeft de breedte van de sketch terug height geeft de hoogte van de sketch terug frameCount geeft het aantal frames terug dat is verwerkt frameRate geeft het aantal frames per seconde terug screen.width geeft de breedte van het hele scherm terug screen.height geeft de hoogte van het hele scherm terug Key geeft de recentst ingedrukte toets terug keyCode geeft de numerieke code van laatste toets keyPressed geeft true of false terug naar gelang een toets is ingedrukt mousePressed geeft true of false terug naar gelang een muisknop wordt ingedrukt mouseButton geeft left, right of center terug. Systeemvariabelen
  14. width/2 height/2 altijd het horizontale en verticale midden van je

    sketch width = helemaal rechts height = helemaal onder! Systeemvariabelen
  15. Systeemvariabelen Teken een programma met een zwarte achtergrond, waar een

    witte lijn het venster van boven naar onder in 2 delen verdeelt. Het mag niet uitmaken hoe groote je sketch is. Tip: Gebruik hiervoor de systeemvariabelen width, height, width/2 en height/2 ( max. 10 min )
  16. Wat is een conditional ? •  Een test •  Geeft

    true of false •  Meestal een vergelijking Is 20 groter dan 10 à true Is 10 groter dan 20 à false Als de test WAAR is, wordt de code uitgevoerd, anders niet conditionals
  17. Soorten tests die je binnen een conditional kan uitvoeren: >

    groter dan < kleiner dan >= groter dan of gelijk aan <= kleiner dan of gelijk aan == gelijk aan != niet gelijk aan conditionals
  18. if (variabele1 == variabele 2){ println(‘code als deze vraag waar

    is’); } else if (variabele 2 == variabele 3){ println(‘code als de vorige vraag niet waar is en deze vraag waar is’); } else{ println(‘code als bovengenoemde beiden niet waar zijn’); } conditionals Als deze vraag waar is, wordt de rest van de boom niet meer Uitgevoerd en gaat het programma door met de rest van de draw() Elke if geeft dus het begin van een nieuwe boom aan
  19. int x = 75! ! if(x > 80){! !println(x+”is greater

    than 80”);! }! else if (x > 25){! !println(x+”is greater than 25”);! }! Conditionals int x = 75! ! if(x > 25){! !println(x+”is greater than 25”);! }! else if (x > 50){! !println(x+”is greater than 50”);! }! Wat is de uitkomst van deze verschillende opgaven? Waarom?
  20. int x = 5! ! println(“x is now” + x);!

    ! if(x == 5){! !x = 6;! }! if(x == 6){! !x = 5;! }! ! println(“x is now” + x);! Condities Wat is de uitkomst van deze verschillende opgaven? Waarom? Let op het verschil tussen het gebruik van if en if, else if, else… Merk ook het verschil op tussen enkele = en dubbele == int x = 5! ! println(“x is now” + x);! ! if(x == 5){! !x = 6;! }! Else if(x == 6){! !x = 5;! }! ! println(“x is now” + x);!
  21. Condities Merk ook het verschil op tussen enkele = en

    dubbele == ! if(x == 5){} !een dubbel == teken geeft aan dat je 2 zaken met elkaar wil vergelijken, komt voor in een TEST ! count = 5;! ! !een enkel = teken komt voor als je een getal aan een variabele wil toewijzen (iets in de doos stoppen)
  22. if (r > 255) {! r = 255;! }! if

    (r < 0) {! r = 0;! }! ! Kan geschreven worden als:! ! ! r = constrain(r,0,255);! constrain Goede manier om fouten te voorkomen