char een karakter, ‘a’, ‘b’, … • byte een klein getal (van -128 tot 127) • short een groter getal (van -32768 tot 32767) • int een groot getal (van -2147483648 tot 2147483647) • long een gigantisch getal • float een decimaal getal, 3,5742 • double een decimaal getal met veel plaatsen achter de komma Variabelen 3 zeer belangrijk: boolean, float, int