voltooid deelwoord: 1. Regelmatig: hele werkwoord + (e)d 2. Onregelmatig: 3e rijtje ¡ Wanneer? o Als iets in het verleden is begonnen en nu nog verder gaat. o Als iets het resultaat is van een actie in het verleden en zichtbaar/belangrijk is. Signaalwoorden: just, already, yet, always (altijd al), ever, never, since, for , how long, so far, etc. Vanaf moment in verleden tot nu ¡ Voorbeeld: ¡ I haven’t seen her for years. (jaren geleden voor het laatst en nog steeds niet) ¡ He has always wanted to be an astronaut. (vroeger wilde hij dat al en nu nog steeds) X I