Upgrade to Pro — share decks privately, control downloads, hide ads and more …

Ethiek klas 4

Ethiek klas 4

Martijn Walraven

November 02, 2013
Tweet

More Decks by Martijn Walraven

Other Decks in Education

Transcript

  1. Descriptieve ethiek Welk moreel gedrag vertonen mensen? (beschrijvend) Prescriptieve ethiek

    Welk moreel gedrag zouden mensen moeten vertonen? (voorschrijvend, normatief) Wat is goed? Wat moet ik doen?
  2. Welke feiten zijn van belang bij het bepalen of je

    de hendel over moet halen? Maakt het bijvoorbeeld wat uit als de vier slachtoffers hoogbejaard zijn en het ene slachtoffer een kind? Waarom zijn deze feiten van belang? Welke vooronderstellingen liggen aan dit oordeel ten grondslag?
  3. Wat zijn de verschillen tussen de twee situaties? Zijn deze

    verschillen van belang voor het bepalen van je oordeel? Waarom (niet)?
  4. Zijn er normen waar je je niet aan zou houden

    als er niemand was om je te bestraffen?
  5. Kun je een concreet voorbeeld bedenken van iets dat je

    niet uit eigenbelang hebt gedaan?
  6. Friedrich Nietzsche (1844-1900) Hoe komen we eigenlijk aan de moraal?

    Wat hebben we eraan? Waarom is het ontstaan?
  7. “Als je God uit de maatschappij weghaalt, weet je wat

    je dan krijgt?” Kun je moreel zijn zonder religie? Zo ja, waar is deze moraal dan op gebaseerd?
  8. Jeremy Bentham (1748–1832) –Van Latijn utilitas: nut –“De grootste hoeveelheid

    geluk voor de grootste hoeveelheid mensen” –Hedonistische calculus Utilitarisme
  9. –Gevolgenethiek (o.a. utilitarisme) –Een goede handeling is een handeling die

    een goed resultaat heeft –“Het doel heiligt de middelen” –Beginselethiek (o.a. plichtethiek) –Een goede handeling is een handeling die op de juiste principes is gebaseerd Ethische stromingen
  10. Plichtethiek –Het gaat om de beweegredenen, om de ‘goede wil’,

    niet om de gevolgen –Hypothetische imperatief: Als je X wilt bereiken, moet je Y doen (instrumenteel, gericht op een bepaald doel X) –Categorische imperatief: ‘handeling is noodzakelijk in een wil die met de rede overeenstemt’ (intrinsiek, universeel)
  11. Categorische imperatief (1e formulering) “Handel alleen volgens die stelregel waarvan

    je redelijkerwijs zou willen dat het een algemene wet wordt”
  12. Waarom zou je niet door rood licht moeten rijden? –Handelingsutilisme:

    Als ik me niet aan verkeersregels hou, kan ik een ongeluk krijgen of veroorzaken –Categorische imperatief: Het is logisch tegenstrijdig dat niemand zich meer aan verkeersregels houdt, want dan zouden het geen regels meer zijn
  13. –Handelingsutilisme: Als ik niet eerlijk ben krijg ik een slechte

    naam en raak ik klanten kwijt –Categorische imperatief: Het is logisch tegenstrijdig als iedereen van elkaar steelt, want dan zou er geen eigendom meer zijn Waarom zou je als bakker eerlijk moeten zijn?
  14. Categorische imperatief (2e formulering) “Je moet een mens altijd als

    doel op zich behandelen en nooit als een middel”
  15. De naturalistische drogreden “Dit gedrag is natuurlijk en daarom is

    het ook moreel aanvaardbaar” of “Dat gedrag is onnatuurlijk en het is dus moreel verwerpelijk”
  16. Een deugd is de kunst ‘het juiste midden’ aan te

    houden Lafheid ▶ Dapperheid ◀ Overmoed Gierigheid ▶ Gulheid ◀ Verkwisting
  17. Volgens de kerkvorst manipuleren homo’s de rol die God hun

    heeft gegeven en vernietigen ze daarmee ‘de essentie van het menselijk wezen’. [...] “Mensen bestrijden de gedachte dat ze een aard hebben, hun gegeven door hun lichamelijke identiteit, die als een onderscheidend element van de mens dient. Maar zij ontkennen die natuur en besluiten voor zichzelf dat die niet iets is die hun gegeven is, maar dat zij die voor zichzelf maken”, zei de paus.
  18. “Ik ben nu eenmaal zo-en-zo en ik kan niet anders

    zijn dan wat ik ben.” is kwade trouw